1. Maak je fiets altijd vast,
   • zelfs voor een paar minuutjes,
   • zelfs op een zogezegd veilige plek of in een afgesloten of privéruimte.
2. Maak je fiets vast aan een vast punt (fietsenrek, paal, hek…).
   • Zorg dat er niet te veel speling zit tussen het slot en het vaste punt.
   • Let er op dat de paal of het hek even stevig is als je slot.
3. Maak in elk geval het kader vast.
   • Maar als het kan ook het voorwiel.
4. Gebruik een degelijk antidiefstalsysteem, zoals een U-slot
   • Neem je slot overal mee
   • Verkies een sleutelslot boven een cijferslot
   • Vermijd cilindersloten (er zijn lopers in omloop)
5. Let er op dat je slot niet op de grond of op een rand ligt
   • Een slot dat op een vlak en stevig oppervlak ligt, kan gemakkelijk gebroken worden met een zwaar voorwerp
   • Richt het sleutelgat zoveel mogelijk naar onder om te vermijden dat er regenwater insijpelt maar ook om het de dieven moeilijker te maken
6. Vermijd verlaten en weinig zichtbare plaatsen
   • Kies eerder voor een grote laan dan voor een donker steegje
7. Laat geen waardevolle onderdelen op de fiets die er gemakkelijk afgehaald kunnen worden
   • Vervang de snelspanners van het voorwiel en het zadel door schroefmoeren
   • Neem batterijlichten, tassen, kilometertellers, kinderzitje mee.

Fiets toch gestolen? Surf naar www.gevondenfietsen.be en doe steeds aangifte bij de politie.

Bron: Brussel Mobiliteit