Aan welke mobiliteit besteedt de Belg zijn geld?

19/02/2021 - Algemeen

Onderzoek van Federaal Planbureau naar de mobiliteitsuitgaven

Uit het onderzoek blijkt dat in het algemeen de Belg zo’n 11 procent van zijn budget aan mobiliteit spendeert. Meer dan de helft van dit budget gaat naar kosten van de persoonlijke voertuigen zoals het onderhoud, de benzine etc. Er is een stijging op te merken die volgens de onderzoekers verband heeft met onder andere de variabele prijs van brandstof en niet met de hoeveelheid personenwagens die tussen 1995 en 2019 zo’n 7 procent gestegen is. De aankoop van persoonlijke voertuigen vormt de tweede belangrijkste uitgave. De combinatie van deze twee trends is geen goed nieuws. Vanuit de Fietsersbond vragen we om meer ruimte vrij te maken voor de actieve weggebruiker. Hiervoor is er een shift van autobezit naar autogebruik nodig, auto’s staan nu immers 95% van de tijd stil en nemen zo belangrijke ruimte in. Een belangrijke sleutel in dit verhaal is de hervorming van de fiscaliteit die noodzakelijk is om de aanschaf en het gebruik van de wagen te ontmoedigen. Verder moeten er nog belangrijke stappen gezet worden om de autodruk te verminderen. 

De fiets, een klein deeltje in het budget

Minder dan 10 procent van de mobiliteit uitgaven van de Belg gaat naar fietsen en motorfietsen. Vergeleken met de andere voertuigen is de verkoop dubbel zo snel gestegen. Helaas gaat het hier niet puur om het aantal fietsen, maar de stijgende verkoop van elektrische fietsen, die over het algemeen duurder zijn, speelt hierin een belangrijke rol. Er wordt geschat dat er in 2019 zo’n 470 000 fietsen werden verkocht, waarvan 51% elektrische fietsen. Bij de Fietsersbond zijn we er ons al langer van bewust dat de diversiteit in soorten fietsen toeneemt en dat daar dus ook naar gehandeld moet worden in het beleid met aangepaste infrastructuur en regels. Uiteraard zijn we bij de Fietsersbond blij met de stijging maar dat mag in de komende jaren toch zeker wel exponentieel groeien. Daarom de oproep aan de beleidsmakers, investeer in infrastructuur, verkeersveiligheid en er zullen steeds meer fietsers opduiken. 

Vervoersarmoede

Zoals je zou verwachten bestaat er een verband tussen de uitgaven en de inkomensklasse. De lagere inkomensklasse besteedt meer aan vervoersdiensten dan aan privé bezit. Eerder dit jaar verscheen er het onderzoek van Netwerk Duurzame Mobiliteit, UGent, VUB, Mobiel21 naar vervoersarmoede waaruit blijkt dat verschillende mensen in vervoersarmoede toch afhankelijk zijn van hun auto maar ook heel wat mensen het openbaar vervoer niet kunnen missen. Hier zit nog een groot potentieel voor de fiets (30% heeft geen fiets en 16% kan niet fietsen) waar het beleid sterk kan op inzetten door te investeren in educatie maar ook door fietsveilige omgevingen te creëren (het grootste deel fietst niet omdat ze de omgeving niet veilig vinden). 

Brussel, een uitzondering

In Brussel wordt er het minst geld uitgegeven aan transport. Maar 53 procent van de huishoudens in Brussel bezit 1 wagen (tov 85% in Vlaanderen en Wallonië). Dit cijfer benadrukt opnieuw het belang van de kilometerheffing en het idee van “de gebruiker/vervuiler betaalt”. Op dit moment zijn te veel Brusselaars slachtoffer van een slechte luchtkwaliteit, geluidsoverlast, files en verkeersonveiligheid terwijl een groot deel er zelf niet aan bijdraagt. Dit kan je ook zien aan de uitgaven voor vervoersdiensten zoals het openbaar vervoer die in Brussel dubbel zo hoog is dan in de andere gewesten. We hopen dus dat de gewesten een open dialoog voeren rond de invoeren van de kilometerheffing, Smartmove, en zo bijdragen aan een leefbaardere situatie. 

We kunnen dus stellen dat er nog veel werk is om tot de beoogde modal shift te komen nu uit het onderzoek blijkt wat we al verwacht hadden, namelijk dat het grootste deel van het budget naar het bezit en gebruik van persoonlijke voertuigen gaat. En misschien kunnen de andere gewesten wel iets leren van Brussel...