Opinie: mobiliteit is nergens zo goed als in Brussel

11/10/2017 - Algemeen

Wie op een stakingsdag naar de verkeersinformatie luistert, denkt dat de hoofdstad onbereikbaar is. Mikaël Van Eeckhoudt, algemeen directeur van de Fietsersbond, betreurt dat de berichtgeving focust op auto’s en de vele alternatieven vergeet.

Een nationale stakingsdag is altijd een uitstekende test. Hoewel ik in Brussel woon en werk, luister ik dan met veel aandacht naar de verkeersinformatie op Radio 1 en La Première. Die twee zenders berichten op een totaal verouderde manier over mobiliteit. Die berichtgeving gaat immers helemaal niet over mobiliteit, maar uitsluitend over autodoorstroming en, in geval van file of staking, over openbaar vervoer.

Gisterochtend meldde het verkeersbericht op Radio 1 dat wie met de trein in Brussel kon raken, waarschijnlijk niet verder zou komen dan het Noord- of Zuidstation, omdat de MIVB ook staakte. Hoe kun je anno 2017 nog zoveel onzin verkopen? De grote treinstations zijn al lang mobiliteithubs waar je, behalve De Lijn en MIVB, ook deelfietsen hebt, taxi’s en deelauto’s. Het aantal mobiliteitsoplossingen die onze hoofdstad rijk is, stijgt ieder jaar. De mobiliteit is nergens zo goed als in Brussel.

Nooit wachten

De media spelen een belangrijke rol in de perceptie van de mobiliteit in Brussel. Als ze zich beperken tot auto(solo)mobiliteit, bestendigen ze het idee dat onze hoofdstad onbereikbaar is, terwijl er nu al noemenswaardige alternatieven bestaan. Het aanbod aan mobiliteitsdiensten – boven op stappen en trappen – is de laatste jaren spectaculair gestegen. De MIVB heeft de eigen dienstverlening sterk verbeterd. Deelfietsen (Villo, Blue Bike, O Bike en nu ook de elektrische Billy Bike) en (elektrische) deel­auto’s (Cambio, Drive Now, Zipcar en andere lokale initiatieven) zijn over het hele grondgebied verspreid. Je beschikt ook over een ruim taxi-aanbod, vervolledigd door het efficiënte Uber. Noem mij de plek waar u meer mobiliteitsoplossingen krijgt aangeboden.

Dit kwalitatieve aanbod heeft als gevolg dat je nooit hoeft te wachten en vrijwel altijd op tijd op je bestemming aankomt. Een eigen auto bezitten is niet meer nodig. De alternatieven zijn efficiënter en goedkoper. Op termijn wordt autobezit een dure hobby. Dit is de nieuwe mobiliteitsrealiteit. Niet overtuigd? Vraag eens aan uw kinderen hoe zij zich verplaatsen.

Vreemd genoeg is deze mobiliteits­realiteit gegroeid buiten een noemenswaardig mobiliteitsbeleid. Brussel noch Vlaanderen – en België nog minder – beschikt nu over een doordacht en future proof beleidskader. In Vlaanderen werkt men al een tijdje aan het ‘Mobiliteitsplan Vlaanderen 2030’. Maar in zijn huidige vorm loopt het eigenlijk al achter op de feiten, omdat het deze nieuwe mobiliteitsrealiteit niet wil inzien: veel ideeën zijn een bevestiging of, op zijn best, een ondersteuning van de bestaande mobiliteit – een beetje mobiliteit voor iedereen, zonder keuzes. Zes miljoen Vlamingen verdienen een veel efficiëntere mobiliteit. In Brussel dient het vrijblijvende en totaal verouderde Iris 2-plan van 2010 nog steeds als beleidskader. De 1,1 miljoen Brusselaars verdienen een veel efficiëntere mobiliteit.

Brussel loopt achter op het vlak van infrastructuur, maar steekt iedereen voorbij als het op alternatieven neerkomt – hoewel een noemenswaardig mobiliteitsbeleid uitblijft. Wij beschikken hier over een fantastisch mobiliteits­laboratorium. Dit lab kan moeiteloos uitgerold worden in Vlaanderen en in heel België, door alle mogelijke alternatieven voor eigen autobezit te ondersteunen. Als radiozenders deze realiteit willen inzien, dan staan we al een stapje verder. Als onze overheden deze realiteit willen uitbouwen, dan wordt onze mobiliteit future proof.

Bekijk hier het artikel op de website van De Standaard.