"Verkeerssituatie Beernaardstraat & omschrijving fietsstraat"

23/12/2019 - Oost-Vlaanderen - Haaltert

Fietsersbond Haaltert vindt het een positieve zaak dat de verkeerssituatie in de Beernaardstraat aangepakt wordt. Momenteel wordt deze weg door het autoverkeer gebruikt als sluipweg voor de steenweg, waardoor fietsers en wandelaars in de verdrukking komen. Wij vinden het belangrijk dat het proefproject alle kansen krijgt.

Fietsersbond Haaltert juicht toe dat er fietsstraten worden ingevoerd in de gemeente Haaltert. Hierbij is het absoluut noodzakelijk dat dit gecombineerd wordt met aangepaste infrastructurele maatregelen, zodat de maximale snelheid van 30 km/h gerespecteerd wordt.

Omschrijving fietsstraten

Hieronder vind je de link naar een uitgebreide omschrijving van fietsstraten. Alsook een korte samenvatting.

/sites/default/files/pdf/Fietsvademecum%20hfdst3%20pag.7-9%20FIETSSTRAAT.pdf

‐ Fietsers mogen de hele breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze enkel opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde als de rijbaan is opengesteld in beide richtingen.

‐ Motorvoertuigen hebben toegang tot de fietsstraat. Zij mogen fietsers evenwel niet inhalen en hun snelheid mag niet hoger liggen dan 30 km/u.

Toepassing

Een fietsstraat is een straat binnen een verblijfsgebied, die functioneert als belangrijke fietsverbinding en die door vormgeving en inrichting als zodanig herkenbaar is Het autoverkeer kan beperkt aanwezig zijn, maar is duidelijk ondergeschikt aan het fietsverkeer.

- Onderdeel van een bovenlokale of een lokale functionele fietsroute; kan ook een straat met druk fietsverkeer zijn (bv. schoolomgeving waar het autoverkeer wordt geweerd). - In een bebouwde omgeving waar de verblijfsfunctie dominant is. - Uit de verkeerscirculatie (of het verkeerscirculatieplan) moet blijken dat doorgaand autoverkeer (zonder herkomst/bestemming in de straat) maximaal wordt geweerd; sluipverkeer is niet compatibel met het concept van de fietsstraat. - Streefdoel is dat de fietsers in aantal groter zijn dan de gemotoriseerde weggebruikers, met aandacht voor volgende principes: o De geloofwaardigheid van het concept hangt af van het aantal fietsers dat in spitsuur of gedurende de dag gebruik maakt van de fietsstraat, waarbij er rekening dient gehouden dat het aantal fietsers na de invoering van de fietsstraat nog kan stijgen. o Voor het autoverkeer kan 2.000 voertuigen/etmaal als bovengrens voor een fietsstraat gehanteerd worden. o Ifiets ≥ 2 * Iauto  is de ideale verhouding voor dominantie fietsverkeer . - Enkel plaatselijk vrachtverkeer (herkomst/bestemming in de straat); geen bediening van winkelcentra of grootdistributie. - Openbaar vervoer met lage frequentie is toegelaten. -  Langsparkeren buiten de rijloper(s) is mogelijk; wanneer links in de rijrichting wordt geparkeerd moet een veiligheidsstrook langs de geparkeerde voertuigen (manoeuvreerruimte buiten de rijloper) in acht worden genomen.

Inrichting

- 3 typeprofielen worden gesuggereerd: o Bij eenrichtingsverkeer of BEV: 1 rijloper. o Bij tweerichtingsverkeer voor auto’s en fietsen:  Voorkeur voor  twee rijlopers, gescheiden door een overrijdbare middenstrook (max. breedte 0,30 m);  1 centrale rijloper met asmarkering is mogelijk, maar het risico op overtreding van het inhaalverbod voor auto’s neemt toe. - Per rijrichting moeten fietsers over min. 1,75 m (2,00 m is aanbevolen) rijbaan beschikken - Optionele kantstroken (0,50 - 0,75 m) aan weerszijden zorgen voor: o visuele vernauwing die snelheidsremmend werkt; o fietsers die een meer centrale positie op de rijbaan innemen, in overeenstemming met hun bevoorrecht statuur, inhaalmanoeuvres door auto’s worden zo bemoeilijkt; o fietsers die afstand houden t.o.v. openslaande autoportieren en parkeermanoeuvres. - Rood wegdek kan de rijloper voor de fietser aanduiden, maar is niet noodzakelijk over de hele lengte; kan ook beperkt worden tot bijvoorbeeld stroken bij begin en einde van de fietsstraat en de accentuering van conflictzones (o.a. kruispunten). Het aanbrengen van een rood wegdek is geen verplichting (in historische stadscentra immers niet evident). - Het gebruik van fietslogo’s op het wegdek bij het begin van de fietsstraat en op regelmatige afstanden in de straat benadrukt de aanwezigheid van fietsers; geeft ook de continuïteit van een fietsroute aan.

- Snelheidsremmers zijn wenselijk bij het begin van de fietsstraat, als poorteffect en om de snelheid van 30 km/u af te dwingen; in de fietsstraat kunnen snelheidsremmers gebruikt worden, maar deze moeten het fietsverkeer ontzien; een poorteffect bij het einde van een fietsstraat kan aan de fietsers duidelijk maken dat zij terug in een situatie komen waar het autoverkeer opnieuw kan inhalen en fietsers rechts moeten aanhouden. - Indien mogelijk heeft de fietsstraat op kruispunten in de straat voorrang op de zijstraten; om redenen van uniformiteit met andere kruispunten in een zone kan ook geopteerd worden voor voorrang van rechts; de voorrangsregeling moet duidelijk uit de inrichting blijken. - Fietsstraten hebben bij voorkeur een beperkte lengte; wanneer het autoverkeer onderweg wordt onderbroken of de rijrichting wordt omgekeerd – auto’s slaan dan verplicht af - kan de fietsstraat verlengd worden. Belangrijk is dat het verbod op het inhalen van fietsers door auto’s wordt gerespecteerd