Op dit moment bollen meer dan dertienduizend deelfietsen rond in België, en hun aantal blijft groeien. Je kan ze grofweg in twee categorieën indelen: ‘strooifietsen’ en ‘boomerang-fietsen’. Wat kan je ermee doen?

Dankzij de smartphone en slimme sloten, die je via een app kunt openen, braken de echte strooifietsen door: fietsen die je overal, dus onafhankelijk van een docking station, kan achterlaten. Je ontleent de fietsen met een abonnement, een eenmalige betaling of via een applicatie op je smartphone.

De strooifietsen vind je zowat op elke straathoek, in een fietsrek van de verdeler of gewoon ergens gedropt door de vorige gebruiker. Voorbeelden hiervan zijn Mobit en DonkeyRepublic. Via de applicatie van de verdeler zie je waar je een fiets kunt vinden. Dit soort deelfietsen leidt soms tot ergernis, omdat ze hinderlijk geparkeerd kunnen zijn door de laatste gebruiker. Al kan je dat nadeel ook relativeren als je denkt aan de ruimte die vrijkomt, doordat ook slordige deelfietsers niet met de wagen zijn gekomen.

De boomerang-fietsen ontleen je op een vaste plek en breng je na gebruik ook terug naar diezelfde plek. Je zag of huurde waarschijnlijk al de opvallende deelfietsjes van Villo in Brussel en Velo in Antwerpen. Zij waren de eerste deelfietssystemen met overal in de stad verspreide uitleenpunten. Je neemt aan de fietsrekken of via de website een jaarkaart, weekpas of dagpas. Daarna kan je een fiets ontlenen en na gebruik op een ander 'docking station' achterlaten.

De meest bekende boomerang-fiets is de Blue-bike, de blauwe fiets die je zeker al zag staan in het fietsrek van een treinstation. Blue-bike mikt vooral op pendelaars die na hun treinrit nog een verplaatsing willen maken die te voet net te ver is, maar waarvoor ze ook niet op een bus willen wachten. Dat is de zogenaamde ‘last mile’.

Als gebruiker breng je een Blue-bike na gebruik altijd terug naar het station waar je de fiets hebt ontleend. Dat maakt deze manier van delen iets minder efficiënt.Een ontleende Blue-bike kan een hele dag ongebruikt in de garage van een kantoorgebouw staan, terwijl een op straat achtergelaten strooifiets intussen terug beschikbaar is voor andere fietsers. Anderzijds kan je er als gebruiker altijd op rekenen dat er na je treinrit een Blue-bike klaar zal staan.

De werking is ook iets duurzamer: doordat gebruikers hun Blue-bike altijd zelf terugbrengen naar het beginstation, hoeven er geen transportbusjes rond te rijden om gedropte fietsen terug naar een uitleenstation te brengen, wat bij de strooifietsen wel het geval is.

Organisaties zoals Urbee, Billy, Cargoroo, Dégage, Unimobility en Cozywheels geven je de mogelijkheid om af en toe een elektrische bakfiets te gebruiken, zonder dat je zelf zo’n fiets moet aankopen. Je vindt deze fietsen op een vaste locatie en opent ze met een smartphone-applicatie.

Heb je zelf een fiets staan die je met anderen wil delen? Ook dat kan. Via onder andere Cozywheels en Dégage kan je je eigen fiets in je buurt aanbieden als deelfiets. De nadruk ligt wel op bijzondere fietsen zoals elektrische fietsen, bakfietsen, tandems of aangepaste fietsen voor personen met een beperking.

JulieN, freelance fotograaf, gebruikt blue-bike

“Een blue-bike ontlenen is aangenamer dan wachten op de bus”

Ontdek zijn ervaring in het interview