7.000 fietsers (en niet-fietsers) geven hun mening over het fietsbeleid.

20/02/2017 - Algemeen

Fietsersverenigingen Fietsersbond en GRACQ evalueerden het fietsbeleid op regionaal (Vlaams, Brussels, Waals) en Federaal niveau. Halverwege de legislatuur is dit het ideale moment. Deze evaluatie is gebaseerd op een grootschalige enquête bij een 7.000-tal fietsers en niet-fietsers waarvan de resultaten vandaag (dinsdag 21 februari) in primeur zijn bekend gemaakt.

Waarom fietsen we niet?

Een belangrijke reden om de fiets niet te gebruiken is het gebrek aan goede infrastructuur. Een drempel die 90% van niet-fietsende respondenten aangaf. Dit verklaart waarom 69% zich onzeker voelt op de fiets. Ook het weer (87%) is voor velen een remmende factor, maar dit is wel een eenvoudig weerlegbaar probleem.

Wat denken de fietsers?

Op het federaal niveau vindt amper 10% van de fietsers dat de huidige fiscaliteit het fietsgebruik voldoende aanmoedigt. En slechts 1 op 4 fietsers vindt de huidige wegcode op maat van fietsers.  

Wie fietst in Vlaanderen, vindt fietsen met kinderen een groot probleem. De inspanningen van bedrijven om naar het werk te fietsen worden wel op prijs gesteld.

In Brussel is de luchtkwaliteit meer dan elders aan de orde: slechts 9% vindt die aanvaardbaar. Een vaststelling die samenhangt met de autodruk, gezien 90% van de respondenten die te hoog vindt. 3 op 4 fietsers vinden dan weer dat de fiets niet voldoende ruimte krijgt.

In Wallonië ervaren meer dan 3 op 4 fietsers een gevoel van onveiligheid. De fietsers vinden de infrastructuur onvoldoende: gebrek aan ruimte (71%), gebrek aan comfort (82%) en te weinig veilige fietsenstallingen (67%). 

Het fietsbeleid kan en moet duidelijk beter, op alle niveaus.

Een greep uit onze voorstellen:

  • Op federaal niveau: Er moet gewerkt worden aan een andere fiscaliteit. Het fiscaal bevoordelen van bedrijfswagens moet worden gestopt en alle fietsers moeten recht krijgen op een fietsvergoeding. De hervorming van het verkeersreglement moet gebeuren volgens het Stop- principe.
  • Op Vlaams niveau is op budgettair vlak een veel grotere inspanning nodig dan momenteel wordt voorop gesteld om te voldoen aan de vraag naar meer en betere fietsinfrastructuur. De regelgeving voor de aanleg van nieuwe infrastructuur kan eenvoudiger. Dat geldt vooral bij de aanleg van fietssnelwegen die zich momenteel moeten schikken naar de voorwaarden van andere beleidsdomeinen zoals die van de waterwegen, natuur en erfgoed.
  • Op Brussels niveau: De autodruk moet verlaagd worden zodat de luchtkwaliteit een aanvaardbaar niveau krijgt. De lang uitgestelde hervorming van de autofiscaliteit moet in dat kader gebeuren. Alle gewestwegen moeten uitgerust worden met veilige en afgescheiden fietspaden. Een herverdeling van de openbare ruimte ten voordele van de actieve weggebruiker is hiervoor noodzakelijk.
  • Op Waals niveau: Fietsinfrastructuur moet worden ontwikkeld (inclusief veilige fietspaden op de gewestwegen) alsook maatregelen rond een wegcode op maat van fietsers moeten genomen worden (beperkt eenrichtingsverkeer, fietsstraten, rechtsaf door rood). De regionale stedenbouwkundige voorschriften moeten de bouw van een fietsenstalling in alle nieuwbouw voorzien.
  • Op Europees niveau: Europa moet werk maken van veiligere voertuigen. Het verplichten van ISA (Intelligente snelheidsaanpassing) en automatische remsystemen is noodzakelijk om het aantal verkeersdoden te doen dalen.

Elk beleidsniveau moet zich bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid. Enkel via een goede samenwerking, zoals de gewestgrensoverschrijdende fietsroutes, zullen we tot een coherent fietsbeleid kunnen komen.

Bekijk hier het volledige persdossier.