Wat spenderen de verschillende overheden aan de fiets met de EU middelen?

02/03/2021 - Algemeen

De Europese Commissie besliste om met het European Recovery and Resilience Funds extra middelen toe te kennen aan de verschillende lidstaten om investeringen na de Corona crisis mogelijk te maken. Die extra middelen moeten voldoen aan een aantal voorwaarden: vergroening en verduurzaming is er een van en ze moeten ook op relatief korte termijn besteed worden. België kan rekenen op 5,5 miljard euro die verdeeld moet worden onder de verschillende regeringen.

Vanuit de Fietsersbond gaven we op de verschillende niveaus waar we werken (Vlaanderen, Brussel en federaal) ook onze input. Omdat investeringen in de fiets perfect passen in het kader van dit fonds.

Een overzicht:

In het “Herstelplan Veerkracht Vlaanderen” is er een budget van 400 miljoen voorzien voor 2021 en 2022. Per jaar wordt 125 miljoen extra middelen vrijgemaakt voor de realisatie van de fietsinfrastructuur op het BFF (Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk) en via het Geïntegreerd Investerings Programma. Dat zijn dus extra impulsen die naar nieuwe fietsinfrastructuur kunnen gaan. Minister Peeters gaf al aan dat er bijvoorbeeld niet enkel op schoolomgevingen maar op volledige schoolroutes ingezet kan worden. Verder gaat een groot deel van die middelen naar onderhoud van bestaande fietspaden zodat de kwaliteit ervan fundamenteel verbeterd kan worden.

Per jaar voorziet de Vlaamse regering onder de noemer Kopenhagen Plan ook nog eens 75 miljoen euro als impuls voor lokale overheden. Vlaanderen legt 1 euro subsidie bij als de gemeenten 2 euro investeren in fietsinfrastructuur. Het goede nieuws is dat die middelen ingezet kunnen worden op gemeentewegen en dus niet enkel op gewestwegen of op het BFF. Een grote stimulans dus om gemeenten zelf aan te zetten nog meer te investeren in veilige fietsinfrastructuur. 

Zo krijg je dus eigenlijk een pot geld van 450 miljoen euro op twee jaar tijd om ook infrastructuur op gemeentewegen te verbeteren of aan te leggen. Dat is een heel hoog budget en daar kan dan ook het addertje zitten. Europa verplicht immers dat die middelen uiterlijk in 2025 moeten uitgegeven zijn. Dat wil zeggen: niet aangekondigd dat er plan of een studie komt en het reserveren (vastleggen in het jargon), maar wel dat er in 2025 ook een afgewerkt product is en het geld dus vereffend is. We zullen dit vanuit de Fietsersbond van dichtbij opvolgen en waar nodig mee proberen te sturen om te vermijden dat beloofde middelen niet effectief ingezet zullen worden.

De Federale overheid investeert 38 miljoen in het Beliris fonds dat gebruikt zal worden voor de realisatie van het Fiets-GEN in Brussel. Goed nieuws dus.

De Brusselse overheid investeert ook nog eens 15 miljoen in fietssnelwegen en 5 miljoen in fietsparkeren in Brussel.

 

Goed nieuws, maar zullen budgetten ook tijdig geïnvesteerd raken?

Het is zeker goed dat er meer middelen geïnvesteerd worden in de fiets en fietsinfrastructuur. Alleen is de vraag of die grote pot geld ook snel genoeg zal uitgegeven kunnen worden. Onder de vorige minister van mobiliteit (Ben Weyts) werd in Vlaanderen heel vaak over historische investeringen gesproken, maar als we alles in detail bekijken dan zien we dat jaar in jaar uit meer geld werd vastgelegd en niet uitgegeven. Het is dus niet zo makkelijk om al die plannen snel klaar te hebben en ook snel te realiseren.
De oorzaak daarvoor is dat men in Vlaanderen nog steeds heel vaak werkt met grote projecten, gekoppeld aan wat er onder de grond zit. Denk maar aan rioleringswerken of nutsleidingen die aangepakt moeten worden en men dan maar de hele straat voorziet van een heraanleg. Gecombineerde werken zorgen dat planningen op elkaar moeten afgestemd worden en daardoor kan het soms lang duren voordat de effectieve uitvoering gerealiseerd wordt.
Een andere oorzaak is dat men in Vlaanderen toch nog altijd heel veel schroom heeft om de bestaande infrastructuur te herverdelen. Een rijstrook of parkeerstrook opofferen om een kwalitatief fietspad aan te leggen is jammer genoeg nog te vaak een uitzondering. Doorstroming van de wagens en het openbaar vervoer spelen nog al te vaak de hoofdrol in heraanleg. En dan is het moeilijk om die ruimte te vinden en moet men voor onteigeningen kiezen, waardoor het langer aansleept.

Is het wel nieuw beleid?

Een tweede punt van kritiek is dat veel van de middelen eigenlijk al “beslist beleid” waren zoals het dan heet. Initiatieven die ook zonder de Corona crisis eigenlijk al op de planning stonden en waar nu, zeker in het geval van het Kopenhagenplan, wel wat extra middelen voor uitgetrokken kunnen worden. Maar echt nieuw beleid is het niet echt natuurlijk. 

Geen extra middelen voor innovatie in fietsbeleid

Een laatste punt van kritiek is dat er geen extra middelen komen voor innovatie in het fietsbeleid. Nochtans ook een van de speerpunten voor de EU om op die innovatie in te zetten. Voor de Fietsersbond is het dan ook een gemiste kans dat hier geen vernieuwende projecten rond uitgewerkt zijn. Denk bijvoorbeeld aan een innovatie in verkeerslichten zodat we eindelijk niet meer met onze elleboog (pun intended) op het fameuze druk knopje moeten drukken om groen te krijgen aan de vele kruispunten met lichten in Vlaanderen. Duidelijk een gemiste kans…

Tot slot, zal dit alles leiden tot een echte verbetering voor de verkeersveiligheid in Vlaanderen en Brussel? Zal dit echt de stap vooruit zijn om die Vision Zero doelstellingen in 2040 te halen? Vergeef ons het pessimisme, maar we vrezen ervoor.